Schoolzwemmen
Onderstaand treft u enkele documenten met betrekking tot het schoolzwemmen.
Wilt u meer informatie over het schoolzwemmen cq. het belang van schoolzwemmen, neem dan contact op met onze locatiemanager.
Werkplan Schoolzwemmen
2017/2018
Gemaakt juni 2017
C. den Ouden
Werkplan schoolzwemmen.
Inhoudsopgave: Blz.
1 Algemeen 4
-zwemmen betekent niet alleen baantjes trekken 4
-waarom zwemmen we eigenlijk? 4
-leren zwemmen in schoolverband 4-5
2 Status werkplan schoolzwemmen 6
3. Doelstellingen en uitgangspunten schoolzwemmen 6
-uitgangspunten schoolzwemmen 6
-essentiële zaken voor het kunnen zwemmen 6
4. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid 7
-verantwoordelijkheid 7
-aansprakelijkheid 7
5. Organisatie 7-8
6. Ouders, verzorgers en andere vrijwilligers 8
7. Samenstelling lesgroepen 8
8. Didactische aanpak schoolzwemmen 9
9. Leerinhouden 9
10. Veiligheidsprotocol 10
-algemeen 10
-van school tot overdracht van de leerlingen 10
-overdracht leerlingen aan zwemonderwijzers 10
-de zwemles 11
-overdracht leerlingen aan groepsleerkracht 12
-einde zwemles tot terugkeer op school 12
11. Informatie aan de ouders 13
12. Presentie en leerlingen volgsysteem 13
13. Diplomazwemmen 13
14. Hygiëne 13
15. Vakantierooster 13
16. Calamiteiten 13
17. Handtekeningen formulier
1. Algemeen.
Zwemmen betekent niet alleen “baantjes trekken”.
Sinds jaar en dag zwemmen mensen. In onze tijd is het zelfs een geliefde bezigheid. Liefst 37 % van de mensen tussen de 15 en 75 jaar doen op een of andere manier aan zwemmen. In ons land is zwemmen veruit vrijetijdsbesteding nummer een! Op allerlei manieren is men met vormen van zwemmen bezig. De een zwemt iedere ochtend trouw zijn baantjes, de ander speelt tikkertje in het ondiepe op een vrije woensdagmiddag. Sommigen trainen uren per dag, anderen zoeken alleen op warme dagen verkoeling bij de zee. De een oefent voor een diploma, de ander zwemt om te herstellen van een ernstig ongeluk. Zwemmen is meer dan uitvoeren van geijkte zwemslagen. In allerlei verband (verenigingen, school, vakantie, therapie) beweegt men zich om uiteenlopende redenen in en rondom water.
Zeker in ons waterrijke land is er sprake van een veelvormige zwemcultuur! Voor actieve deelname aan deze cultuur is een bepaalde handelingsbekwaamheid vereist. Deze bekwaamheid behelst meer dan beheersen van een aantal voortbewegingsvaardigheden zoals borstcrawl, schoolslag e.d.. Leren zwemmen betekent ook leren:
– Jezelf en anderen in noodsituaties kunnen redden. (o.a. reddend zwemmen, survival zwemmen.)
– Je veilig kunnen vermaken aan strand en open water
– Met anderen kunnen spelen in en rondom water
– Sport en recreatiesport te bedrijven, o.a. wedstrijd zwemmen, waterpolo, aquafitness, etc..
– Ervaring opdoen met en beleven van de onderwaterwereld.
– Vertrouwt raken met de unieke werking van het water op het menselijke lichaam (gewichtloosheid e.d.)
–
Kortom:
Het verschijnsel zwemmen is veelvormig. Het kan veelbetekenend zijn voor velen. Actieve deelname aan onze veelzijdige zwemcultuur moet je leren. Deskundige hulp van personen die zich beroepsmatig met zwemmen bezig houden, is hierbij onontbeerlijk.
Waarom zwemmen we eigenlijk?
Voor ons zijn 3 doelstellingen leidend.
SLOOTVAARDIG ZWEMBAD VEILIG EN MEERWAARDIG.
Overige motieven zijn;
1. Het overlevingsmotief.
2. Het ontwikkelingsmotief.
3. Het gezondheidsmotief.
4. Het vrijetijdsmotief.
5. Het prestatiemotief.
6. Het beroepsmotief.
Leren zwemmen in schoolverband.
Kinderen leren in uiteenlopende situaties zwemmen. Verschillende personen en instanties spelen daarbij een rol. De school neemt hierbij een bijzondere positie in. Iedereen moet naar school. Iedereen krijgt de kans zich persoonlijk te ontwikkelen. Iedereen leert zich daar voor te bereiden op het leven in onze ingewikkelde maatschappij. Is de school de geschikte plaats om zwemmen te leren? De ontwikkelingen van de laatste jaren wijzen op het tegendeel. Immers steeds meer kinderen halen een zwemdiploma voordat ze schoolzwemmen krijgen. Toch zijn er altijd vele leerlingen die de zwemkunst dan nog niet meester zijn. En bovendien het bezit van een diploma is nog geen garantie voor het vertrouwd zijn met water.
Zo vroeg mogelijk – alleen al ter voorkoming van verdrinkingsgevallen – dient in het basisonderwijs met de onderbouw gezwommen te worden. Watergewenning, wateropvoeding verrijken van waterervaring, spelen in op en rondom water, het aanleren van de grondbeginselen van zwemmen en survival zwemmen zijn accenten die in de beginperiode gelegd moeten worden. Later dient men in het leerplan het ontwikkelen van zwemvaardigheden op te nemen. Juist de school is de aangewezen plaats om elementair en veelzijdig onderwijs voor iedereen te garanderen. Dit mag en kan niet overgelaten worden aan het toeval of aan het particuliere initiatief. Ieder kind heeft recht op vroegtijdig en veelzijdig zwemonderwijs.
2. Status werkplan schoolzwemmen.
Status van het Werkplan Schoolzwemmen
In het Werkplan Schoolzwemmen zijn doelstellingen, taken, verantwoordelijkheden en procedures met betrekking tot het schoolzwemmen opgenomen.
Het Werkplan Schoolzwemmen is in overleg met de scholen door SportPlaza Tiel opgesteld en wordt jaarlijks met het zwembad personeel geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.
Jaarlijks wordt het (al dan niet gewijzigde) Werkplan Schoolzwemmen door de partners van de “Samenwerkingsovereenkomst Schoolzwemmen” vastgesteld.
3.Doelstellingen en uitgangspunten schoolzwemmen.
Doelstellingen van het schoolzwemmen
Schoolzwemmen is voor ieder kind een noodzaak. Spelend vertrouwd raken met diep water om zodoende op een veilige manier te vertoeven in (recreatie)water en met de grondbeginselen van een aantal vaardigheden welke belangrijk zijn om naar keuze een invulling te geven aan recreatief en sportief zwemmen. De doelstelling voor het huidige schoolzwemmen is Slootvaardig, Zwembadveilig en Meerwaardig.
Zwemonderwijs in schoolverband heeft met het oog hierop drie hoofddoelstellingen:
a. Kinderen leren vanuit verschillende motieven een veelheid van handelingsmogelijkheden om te zetten in “zwembaden”. (leren zwemmen)
b. Kinderen leren inzicht krijgen in de – eventueel te veranderen – kenmerken van het vertoeven in, op en rondom zwemwater. (o.a. bewustwording van de gevaren in en rond moderne zwembaden en recreatiewater))
c. Een bijdrage leveren aan de bevordering c.q. verrijking van het kinderlijke bewegingsleven om zodoende toegerust te zijn voor het toekomstige functioneren in onze Nederlandse bewegingscultuur. (o.a. sport en recreatie)
Uitgangspunten schoolzwemmen
· De zwemlessen zijn gebaseerd op didactische en methodische uitgangspunten om te komen tot de einddoelen van het A zwemdiploma en zwemcertificaat.
· Beoogd rendement is het behalen van het A diploma. Dit is sterk afhankelijk van de beginsituatie, groepsgrootte, leeftijd, duur etc. Daar waar leerlingen minimaal in het bezit zijn van het A zwemdiploma, wordt opgeleid voor het zwemcertificaat. Beoogd resultaat hierbij is de zwemvaardigheden te behouden die aansluiten op de hedendaagse zwem- en recreatiesport.
· Het zwemonderwijs wordt gezien als een proces waarbij het veelzijdig bewegen van het kind centraal staat.
· Elke les heeft een leerdoel.
· Het beeld van de les is er een van actieve leerlingen.
Voor het kunnen zwemmen is een aantal essentiële zaken benoemd:
· Kinderen moeten de principes van het drijven, zweven en zinken in het begin van het zwemonderwijs onder de knie krijgen.
· Kinderen moeten het onderwater gaan, -zijn, -oriënteren en doen, in het begin van het zwemonderwijs mee krijgen.
· Kinderen moeten kennis gemaakt hebben met een brede bewegingservaring. In de opleidingsweg moet aandacht besteed worden aan voortbeweging vormen waarbij, naast de enkelvoudige rugslag en schoolslag, ook andere voortbeweging vormen zoals borst- en rugcrawl worden geïntroduceerd.
· Kinderen leren zichzelf en andere redden.
· Kinderen leren spelen in het water en samenwerken
4.Verantwoordelijkheid en Aansprakelijkheid.
Verantwoordelijkheid
· Een aanwezige groepsleerkracht, onder gedelegeerde verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school is voor, tijdens en na de zwemles verantwoordelijk voor een goede gang van zaken. Het e.a.a. wordt nader uitgewerkt in het veiligheidsprotocol.
· SportPlaza Tiel (SPT) is verantwoordelijk voor voldoende gekwalificeerde zwemonderwijsgevenden en een juiste verdeling van de zwemonderwijsgevenden over de lesgroepen.
· SPT is verantwoordelijk voor een deugdelijke zweminrichting die voldoet aan de geldende normen van de Wet Hygiëne Veiligheid Bad en Zweminrichtingen (WHVBZ) ten aanzien van veiligheid en hygiëne. Dit omvat mede het afgesloten zijn van deuren die onbewaakt toegang geven tot de zwemzaal en de aanwezigheid van duidelijk zichtbare diepteaanduidingen.
· Het management en de zwemonderwijsgevenden van SPT zijn, onder gedelegeerde verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school, verantwoordelijk voor de feitelijke verzorging van de zwemles en de veiligheid.
· De school is verantwoordelijk voor voldoende begeleiders, waaronder de groepsleerkracht(en), afgestemd op de in de school gehanteerde groepsgrootte, om de haar toegewezen taken en verantwoordelijkheden goed uit te voeren.
Aansprakelijkheid
· Bij aansprakelijkheid gaat het om “feitelijke nalatigheid” "de onrechtmatige daad" en onzorgvuldig handelen. Alle betrokken partners van de samenwerkingsovereenkomst, alsmede hun medewerkers, zijn, binnen de verschillende verantwoordelijkheden aan te spreken op functioneren.
5.Organisatie.
a) Het schoolzwemmen wordt aangeboden gedurende één schooljaar. Tijdens de schoolvakanties is er geen zwemmen
b) Bij voorkeur nemen de leerlingen van groep 3 en of 4 (dit in overleg met de school ) van het basisonderwijs deel aan het schoolzwemmen.
De lesduur is 60 minuten 1 keer per week 20 weken achter elkaar
c) Per les uur zijn er altijd drie zwemonderwijzers die de lessen verzorgen.
d) Per les uur streven we naar een maximale groepsgrootte welke afgestemd is op de zwemvaardigheid van de leerlingen. Totaal nooit meer dan 45 leerlingen.
e) Medio februari stuurt SportPlaza Tiel de eerst brieven naar de scholen met daarin het verzoek voor aanvraag van zwemlesuren, welke dag/tijd en met hoeveel leerlingen de school volgend seizoen wil komen zwemmen.
f) Medio mei moeten deze aanvragen terug gestuurd worden naar SportPlaza voor het maken van een goede indeling. Hierna volgt de bevestiging van de SportPlaza naar de scholen op welke dag en tijd men volgend seizoen schoolzwemmen heeft.
g) Tijdens de eerste schoolzwemles geeft de leerkracht de daartoe door SPT beschikbaar gestelde ingevulde en ondertekende formulieren af bij de zwemonderwijzer. Op de formulieren staan gegevens vermeld van de in het betrokken schooljaar aan het schoolzwemmen deelnemende leerlingen.(o.a. wel/geen diploma, soort diploma die de leerlingen hebben). Hierbij dienen ook bijzonderheden (medisch of anderszins, bijvoorbeeld watervrees) te worden vermeld die van invloed kunnen zijn op het leren zwemmen.
h) Tijdens de eerste schoolzwemles worden alle leerlingen door de zwemonderwijsgevende in het ondiepe bassin getest op zwemvaardigheid en daarna (definitief) in lesgroepen ingedeeld.
i) De school is verantwoordelijk voor het tijdig (voor de eerstvolgende zwemles) schriftelijk doorgeven van nieuwe informatie en/of mutaties betreffende in punt i genoemde formulieren.
6.Ouders, verzorgers en andere vrijwilligers.
· Ouders, verzorgers en andere vrijwilligers (hierna te noemen “ouders”) kunnen groepsleerkrachten ondersteunen bij hun taken. Hierbij valt te denken aan het helpen bij het aan- en uitkleden, toezicht op het vervoer van en naar het zwembad, het begeleiden van leerlingen van en naar de toiletten en EHBO-ruimte tijdens de zwemles.
· De school is verantwoordelijk voor het instrueren van ouders.
· De handelingen van begeleidende ouders vallen onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht van de school.
· Begeleidende ouders treden, behoudens calamiteiten, niet in contact met zwemonderwijsgevenden.
· Begeleidende ouders volgen instructies van de groepsleerkracht en de zwemonderwijsgevende op.
7.Samenstelling lesgroepen.
De zwemonderwijsgevende van het zwembad verzorgen de indeling van de leerlingen in lesgroepen. Daarbij wordt rekening gehouden met intake- gegevens, informatie van de groepsleerkracht, wel/geen diploma, handicap, risico leerlingen etc.
8.Didactische aanpak schoolzwemlessen.
· De aanpak en het aanbieden van leerstof zal worden afgestemd op leeftijd en ontwikkelingsfase en vaardigheidsniveau van de leerlingen. Dus de leerstof wordt gedifferentieerd aangeboden.
· Plezier van de leerlingen bij zowel het omgaan met water als de uitvoering van de lessen is een doel op zich.
· Uitgangspunt is dat er op een effectieve en efficiënte manier wordt geleerd. De rode draad hierbij is: systematisch geordend, geïntegreerd en van een goede kwaliteit. Er wordt naar gestreefd dat elke leerling, in elke les, iets leert.
· Het beeld van de les is dat de kinderen veel bewegingservaring opdoen.
· Er wordt een breed programma aangeboden, waarbij elke leerling op zijn niveau nieuwe vaardigheden kan leren.
· Elke lesgroep wordt door een vaste zwemonderwijzer begeleid.
· Motiveren en stimuleren zijn belangrijke instrumenten.
9.Leerinhouden.
De opleidingsweg van het A diploma vormt de kern van de zwemlessen. De school mag hier een eigen keuze in maken. De tweede opleidingsweg is Swim2Play. Er is gedurende de opleidingsweg sprake van toenemende vaardigheid en veiligheid. Leerlingen die de gehele opleidingsweg hebben gewerkt, zijn vaardig en veilig genoeg om op een verantwoorde wijze zelfstandig te genieten van de vele vormen van vrijetijdsbesteding, op, aan en onder water.
10. Veiligheidsprotocol.
Uitwerking / Uitvoering.
Algemeen
· Alle betrokkenen, groepsleerkrachten en zwemonderwijsgevenden, hebben het recht en de plicht alle maatregelen te treffen die een goede en veilige gang van zaken in het zwembad bevorderen.
· De school instrueert de leerlingen voorafgaand aan de zwemlessen over de in acht te nemen gedragslijnen en spreekt de leerlingen daar zo nodig op aan.
· Leerlingen die niet aan een zwemles kunnen deelnemen blijven op school.
· Indien dit voor bepaalde kinderen noodzakelijk is (in overleg met zwembad en school, dit naar aanleiding van de resultaten van de intake) ziet de groepsleerkracht toe op uitvoering van bijzondere maatregelen.
· De groepsleerkracht bevindt zich rond de bassins in de zwemzaal en niet in het water.
· De leerlingen worden minimaal door 2 begeleiders begeleid, afhankelijk van de groepsgrootte, waaronder 1 groepsleerkracht.
Van school tot aan overdracht van de leerlingen.
- Het vervoer van school naar het zwembad wordt geregeld door de school en valt onder haar verantwoordelijkheid.
- De leerlingen betreden als groep de zwemaccommodatie. De groepsleerkrachten zorgen dat de leerlingen het zwembad ordelijk betreden en via de afgesproken route naar de afgesproken kleedgelegenheid gaan. De leerlingen kleden zich om en blijven in de kleedruimte tot de groepsleerkracht het sein geeft om naar de douches te gaan.
- De groepsleerkracht draagt er zorg voor dat de leerlingen voor aanvang van de zwemles gebruik maken van de toilet en gaan douchen
- De groepsleerkracht begeleidt de kinderen vanuit de douche naar de bank bij het instructiebad (ondiepe). De leerlingen wachten zittend op de bank. De groepsleerkracht zorgt er voor dat er nog geen leerlingen naar de bassins gaan.
Overdracht van de leerlingen door groepsleerkracht aan zwemonderwijsgevenden
- De groepsleerkracht draagt de leerlingen over aan de zwemonderwijsgevenden. De groepsleerkracht en de zwemonderwijsgevenden tellen (per lesgroep/zwemonderwijsgevende) het aantal leerlingen en noteren dat op de presentielijst.
- De groepsleerkracht vergewist zich er van dat, indien van toepassing, recent doorgegeven mutaties bij de betrokken zwemonderwijsgevenden bekend zijn. Voorts geeft de groepsleerkracht eventueel nog niet doorgegeven bijzonderheden aan de zwemonderwijsgevende door. Dit kan gaan om nieuwe leerlingen of bijzonderheden (medisch of gedragsindicaties) van leerlingen die van invloed kunnen zijn op het zwemmen.
- De groepsleerkracht heeft bij aanvang van de les, de ingevulde presentiekaart die in zwembad aanwezig is, ingevuld.
De zwemles.
- Bij binnenkomst geeft de groepsleerkracht de presentiekaart af en telt de leerlingen.
- De zwemonderwijsgevenden begeleiden de diverse lesgroepen naar de lespunten in de zwemzaal.
- Daarna telt iedere zwemonderwijzer het aantal leerlingen
- De zwemlessen kunnen beginnen als de groepsleerkracht en de zwemonderwijsgevenden in de zwemzaal aanwezig zijn. De groepsleerkracht blijft gedurende de duur van de gehele zwemles in de zwemzaal (op een positie van waaruit een zo totaal mogelijk overzicht wordt verkregen) en ziet toe op het verloop van de lessen en de veiligheid van de leerlingen. De Scheidingswand tussen instructiebad en wedstrijdbad is altijd gesloten . Hierdoor heeft de groepsleerkracht een totaal overzicht van het gehele bassin. De groepsleerkracht spreekt de zwemonderwijsgevende aan bij situaties waarin hij/zij vindt dat deze onveilig zijn of mogelijk onveilig kunnen worden en grijpt indien nodig zelf in. De zwemonderwijsgevenden blijven de gehele les bij de eigen lesgroep en zorgen (volgens algemeen aanvaarde didactische principes) voor zweminstructie en voor de veiligheid aan/van de leerlingen in de eigen lesgroep.
- De lessen worden gestaakt en de leerlingen gaan zich voortijdig aankleden als de groepsleerkracht (voortijdig) de zwemzaal verlaat en/of een zwemonderwijsgevende zijn/haar lesgroep verlaat zonder deze over te dragen aan een andere zwemonderwijsgevende. Hiervan wordt aantekening gemaakt en bij het eigen schoolzwemdossier gevoegd en er vindt onmiddellijk melding plaats bij de partner in de samenwerkingsovereenkomst.
- Tenzij er andere voorafgaande afspraken tussen school en zwembad zijn gemaakt (deze zijn dan schriftelijk door partners vastgesteld en in het schoolzwemdossier opgenomen), maakt “georganiseerd spelen” tijdens de zwemles deel uit van de reguliere zwemles. De spelvormen/vrijzwemmen vinden alleen plaats met leerlingen van de eigen lesgroep en samen met de eigen zwemonderwijsgevende. De kinderen zonder diploma spelen in het instructiebad achter de scheidingswand. De kinderen met een diploma spelen in het wedstrijdbad.
- Indien leerlingen tijdens de les gebruik moeten maken van het toilet geeft de zwemonderwijsgevende dit door aan de groepsleerkracht. Zodra deze hiervan op de hoogte is gesteld, kan de betrokken leerling naar het toilet. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor de veiligheid van de leerling tot het moment dat de leerling zich weer bij de zwemonderwijsgevende heeft gemeld voor het vervolg van de les.
- Eenvoudige EHBO-taken ten behoeve van leerlingen worden in eerste instantie uitgevoerd door de groepsleerkracht of begeleidende ouder. Bij ernstige ongevallen wordt de zwemonderwijzer ingeschakeld. Indien een zwemonderwijsgevende van een lesgroep zelf eerste hulp verricht, zorgt de zwemonderwijsgevende er voor dat alle kinderen van de lesgroep het water hebben verlaten alvorens tot de hulpverlening wordt overgegaan. Indien de leerling verdere hulpverlening nodig heeft (ziekenhuis/huisarts) is de school verantwoordelijk voor de begeleiding van de leerling.
- Na afloop van de zwemles telt de zwemonderwijzer de leerlingen en brengt de leerlingen naar de groepsleerkracht op de verzamelplaats bij de douche.
Overdracht van de leerlingen door zwemonderwijsgevenden aan de groepsleerkracht
- De zwemonderwijsgevende draagt de leerlingen over aan de groepsleerkracht. De groepsleerkracht en de zwemonderwijsgevende tellen het aantal leerlingen en controleren dat met de voor aanvang van de les ingevulde presentielijst.
Van einde zwemles tot terugkeer op school
- Na overdracht van alle leerlingen door de zwemonderwijsgevenden aan de groepsleerkracht zorgt de groepsleerkracht er voor dat de leerlingen douchen en zich naar de kleedruimte begeven. De groepsleerkracht vergewist zich er van dat alle leerlingen de doucheruimte hebben verlaten alvorens deze zich naar de kleedruimte begeeft.
- De leerlingen kleden zich om en blijven in de kleedruimte tot de groepsleerkracht het sein geeft om de accommodatie te verlaten. De leerlingen verlaten als groep de accommodatie. De groepsleerkracht zorgt dat de leerlingen het zwembad ordelijk via de afgesproken route verlaten.
- Het vervoer van het zwembad naar de school wordt geregeld door de school en valt onder haar verantwoordelijkheid.
11. Informatie naar ouders.
Het zwembad zorgt dat de leerlingen en ouders, via de school, voorafgaande aan de eerste schoolzwemles, informatie over de opleidingsweg van het A zwemdiploma en het Swim2Play , alsmede over de gang van zake bij het schoolzwemmen en het zwembad krijgen.
Het zwembad zorgt, via de school voor informatie aan de ouders over de vorderingen van de leerling, alsmede het doorstromen naar een volgende niveau groep.
12. Presentie en leerlingvolgsysteem.
- Het zwembad maakt gebruik van een presentie- en leerlingenvolgsysteem
- De gevormde niveaugroepen worden in het systeem opgenomen. Aanvullende gegevens over leerlingen, onder andere medische-, leer-, of gedragsproblemen, aangedragen door de school, worden in het systeem opgenomen
- Het systeem voorziet in tussentijdse toetsmomenten tijdens de opleidingsweg, zie bijlage over presentie en toetsing.
- De zwemonderwijsgevenden zorgen regelmatig voor vorderingenregistraties.
13. Diplomazwemmen.
Als de leerlingen gedurende de schoolzwemperiode toe zijn aan het behalen van enig zwemdiploma, krijgen zij twee keer per jaar (na de kerstvakantie en voor de zomervakantie) van het zwembad, via de school een brief waarmee ze worden uitgenodigd om aan het diplomazwemmen, wat buiten schoolverband plaats vindt, deel te nemen. Hieraan zijn kosten verbonden.
14. Hygiëne.
- Zowel de groepsleerkrachten als de zwembadmedewerkers houden toezicht op de handhaving van hygiëne door de leerlingen.
- Het betreden van “natte ruimten” met buitenschoeisel is niet toegestaan.
- Het zwembad is verantwoordelijk voor goed en hygiënisch zwemwater.
- De leerlingen douchen voor en na de zwemles.
- Het zwembad zorgt voor voldoende en schone kleedkamers. Groepsleerkrachten zorgen dat de kleedkamers ordelijk worden achtergelaten.
- De leerlingen zwemmen, tenzij dit in het kader van de zwemlessen noodzakelijk is en door de zwemonderwijsgevenden is aangegeven, in badkleding. Bij het zwemmen met kleding is het noodzakelijk dat de leerlingen zwemmen met gewassen kleding en met gereinigd schoeisel.
15. Vakantierooster.
Bij aanvang van het seizoen dienen de scholen door te geven op welke dagen zij niet komen zwemmen. Bijvoorbeeld sportdagen, studiedagen of vakantiedagen.
16. Calamiteiten.
Het zwembad beschikt over een calamiteitenplan. In het calamiteitenplan wordt
aangegeven welke medewerkers van het zwembad acties dienen te ondernemen. In geval van een calamiteit volgen de groepsleerkrachten de aanwijzingen van het personeel van het zwembad strikt op.
17. Handtekeningen formulier.
……………………….. (Datum en plaats)
………………….. ( Naam School )
Partner |
Naam |
Functie |
Handtekening |
Groepsleerkracht van de school |
|
|
|
SportPlaza Tiel
|
C.den Ouden |
Manager |
|
Opgemaakt juni 2017